
Hardlopen: je doet het graag, je dwingt jezelf of je begint er niet aan.
Hoe je met functioneel trainen leert rennen.
In mijn jongere jaren heb ik meerdere keren geprobeerd om het hardlopen onder de knie te krijgen. Of joggen zoals we in de jaren ‘70 zeiden. Ik deed af en toe wat aan sport of beweging: badminton, volksdansen, jazzballet, dat soort dingen. Dat vond ik een tijdje leuk, maar deed het één of twee seizoenen en stopte dan weer. Maar de hectiek van een jong gezin hielp bepaald niet om vol te houden. De weekplanning veranderde regelmatig en dan kwam die jazzballet op maandagavond ineens niet meer uit. Dus in die periode werd hardlopen aantrekkelijk. Toch bezig zijn, lekker buiten, in je eigen tijd, zo vanuit huis. Ideaal!
Ja, behalve als het je niet lukt om goed op te bouwen. Ondanks diverse pogingen met een goed opbouwschema, warming-up en cooling down, samen met iemand anders enz. Maar ik kreeg het niet voor elkaar. En zonder resultaat is het moeilijk volhouden. Rond mijn veertigste bleek dat ik aspecifieke astma klachten had. Dat wil zeggen met diverse triggers, waaronder inspanning. Dat verklaarde een heleboel. Maar ondertussen kon ik het nog steeds niet. Ik zag mensen soepel rennen in een lekker tempo en een mooie cadans alsof het nauwelijks moeite kostte. Daar was ik jaloers op. Het leek me heerlijk om dat te kunnen. Maar het was voor mij niet weggelegd, zo had ik geconcludeerd.
Bij functioneel trainen – bijvoorbeeld in CrossFit lessen – hoort een stukje rennen er regelmatig bij. In een workout bijvoorbeeld drie keer 400m afgewisseld met andere bewegingen. Of 800m of soms 5km. Toen ik pas met CrossFit begon kon ik geen 400m rennen zonder tussentijds op adem te komen. En ik probeerde ook om die onderdelen te vermijden. “Ja, .. eh… nee, het is buiten te koud of te vochtig, dan slaan mijn longen dicht, ik kan beter 400m op de roeier”. Want omdat ik het niet kon, vond ik het ook niet leuk. Toch merkte ik dat ik na verloop van tijd soepeler ging lopen, betere techniek ontwikkelde en langer door kon gaan voordat ik ging wandelen om weer op adem te komen. Kijk, dat stimuleerde. Misschien kon ik toch verder komen.
Langzaam maar zeker kreeg ik er ook meer lol in. Het gebeurde soms dat ik mijn adem onder controle had en in een vaste cadans een poosje door kon gaan. Dát had ik bij anderen had gezien, en wilde ik ook kunnen. Soms lukt het even.Maar waardoor ben ik nu dan wel zo ver gekomen? Kennelijk hebben de variatie en intensiteit in alle CrossFit workouts samen met techniek drills voor het lopen, dit effect opgeleverd. Ik kan niks anders bedenken. En wie weet doe ik nog eens mee aan de Utrecht singelloop .